ALS KRALEN AAN EEN KETTING

Een lezing van Br. Heliobas


Als ziel bent u het brandpunt van uw levenscy­clus. Dat brandpunt of middelpunt be­vindt zich in de gesloten cirkel, het Rad van Wedergeboorte, waar niets uit kan, geen karma kan ontsnappen en waar ook niets in kan.

Als ziel doet u binnen die gesloten cirkel erva­ringen op. Pas dan en niet eerder, wanneer u elke ervaring in de cirkel aanwezig bemediteerd hebt, begre­pen hebt en ter lering aan anderen kunt overdragen, bent u klaar en kunt  u zeggen: "Ik ben de cirkel, in mij is de kennis van de cirkel, dat Rad van Weder­geboorte.

In mij is de kennis van al mijn levens, leven na leven, na leven. Ont­sproten uit God en al Zijn krachten ben ik terug­gekeerd in de kracht van het Universum."


Daar tussenin bevindt zich het hele le­ven, niet geconcen­treerd op één mensenle­ven, niet geconcen­treerd op één bewust­zijn, een bekrompen beperking of een ruimden­kend leven. Neen, alles, maar dan ook alles, zonder enige uitzondering, ligt in die cirkel of dat Rad van Weder­ge­boor­te. Daar dient u meerdere levens voor te hebben. U noemt de kennis der reï­ncarnatie, de leer der reïncar­na­tie.


Eigenlijk zou elk kind op school kennis moeten hebben van de leer der reïncarna­tie, moeten leren dat men eerder geleefd heeft. Dat mee te nemen in het bewustzijn van het kind, dat te integreren in de dromen en uittredingen, maakt dat mensen ge­makkelijker een clair-voyance kun­nen krijgen, een helderziende blik in ruimte en tijd. Maakt dat ze zich hun uittredin­gen gemakkelijker en directer kunnen herinneren.


Door vanaf de basis van uw kind-zijn ken­nis te hebben van het spirituele - niet van het spiri­tisme (wat alleen maar ver­telt over een leven na de dood), maar het over­koepelende, het nadenkende - kunt u vanaf de basis gaan bouwen, leven na leven.

Het zijn stukjes van de puzzel of spaken van het wiel. Aan al die spaken zitten herinneringen: gelukkige, min­der gelukki­ge, meditatieve, serene en luidruchtige, leven­dige, blijde, negatieve, positieve, mannelijke, vrouwelijke, in goede daden omgezet of negatief uitgewerkt. Met andere woorden, elke ervaring dient te worden doorge­maakt.


Veel mensen beamen dit, maar wanneer ze ervaringen tegenkomen die ze eigenlijk in dat huidig karma niet aan kunnen, verwer­pen ze het. Dan zeggen ze: "Dat is niet van deze wereld, dat kan zich niet in God bevinden, dat kan niet tot mijn eigen karma horen, ik voel daar niets voor, dat kan niet, dat mag niet." En ze zeggen eigenlijk: "Ik wil dat als mens niet in mijn huidig karma integre­ren."  

Ik wilde met u teruggaan naar het verle­den.


Als ziel bent u geboren binnen in dat Rad van Wederge­boorte. U bent daar geplaatst, niet zo maar, maar omdat iets in de Schepper een gevoel van onvrede in zich ken­de. Een gevoel van teleurstelling misschien, eeuwig en altijd alleen te zijn, hoe sterk en groot en machtig en vredelievend en meditatief die Godskracht op dat mo­ment ook geweest moge zijn. Er was een gevoel tot schep­ping te moeten komen: "Laat ons mensen maken."

De ziel die u bent werd geboren. De ziel begon aan zijn reis door de sferen om later op Aarde geboren te worden.


U hebt levens gekend waarin rituele han­delingen een belangrijke rol gespeeld hebben, waarin witte missen, zwarte mis­sen, ande­re riten een rol gespeeld heb­ben. Het zijn ervaringen geweest en dan gaat het er achteraf niet om of dat een prettige of een onprettige ervaring was.

U moet tenminste éénmaal, maar zult dat vele malen vaker, man geweest zijn. Hoe­wel uw ziel geslachtloos is, zult ge tenminste éénmaal of in de praktijk vele malen meer vrouw geweest zijn. Telkenmale weer moet u de ervaring opdoen, het yin yang effect. Goed en kwaad bestaan immers beide, goed en kwaad betekent dat ze er zijn.


Accepteer dan het goede binnen Gods schepping en accepteer dan het negatieve binnen Gods schepping. Maar wanneer u vanuit uzelf naar goed en kwaad kijkt, dan zegt u: "Ik wil met het goede omgaan" en op dat moment zal het een tegenreactie bij het kwaad teweeg­brengen. Het kwaad wil zich verzetten in u, het kwaad buiten u en het kwaad in u, het goede buiten u, de Gods-kracht buiten u en de Gods-kracht in uzelf.

Het is een eeuwigdurende strijd die men­sen op Aarde voeren.


Heer Boeddha zei: "Het leven op Aarde is lijden", maar een lijden wat vaak veroor­zaakt wordt doordat mensen het hele leven con­centreren op nu.

Het betekent dat wanneer u verder kijkt dan nu, er krach­ten aan het werk zijn die uw ziel uit God ontsproten stuwen. Als een motoriek van krachten omhoog stuwen en al die ervaring die u opdoet kunt u zien, als kleine stukjes van die hele grote Gods-kern.

U kunt al die levens als kralen aan een ketting rijgen.

U kunt ook in de beperking van één leven alle ervaringen als kralen aan een ket­ting rijgen. U kunt dat doen door b.v. na te denken over uw kinderen, uw part­ner of wan­neer u er meerdere gehad hebt, over uw partners, uw vrienden, de kinde­ren met wie u op school bent gegaan, uw ouders.

Al die mensen die een min of meer belangrij­ke rol in uw leven gespeeld hebben, het zijn zielen die aan de bui­tenkant mensen zijn, maar in zich de drager zijn van de goddelijke cel en die cel verbindt zich met uw leven, met uw karma. In uw levensloop ontdekt u dat kosmische wegen bij elkaar komen en ik zeg opzettelijk kosmische wegen.

U zult in uw evolutie tenminste één­maal te maken krijgen met informatie uit het Univer­sum. Dat kunt u als onzin van u afduwen, of u kunt het op dat moment aanne­men. Dat bepaalt u zelf; het is afhan­ke­lijk van de graad van uw evolutie op dat moment.


Wanneer u iets uitsluit, sluit u eigen­lijk een stukje God uit, want in God als Algeest leeft alles, zonder beperking.

Maar wanneer u het oppakt en naald en draad ter hand neemt en de kraal aan die ketting toevoegt, dan zegt u: "Ik heb een ervaring opgedaan" en pas in de toekomst zal blijken of die ervaring leuk of min­der leuk, positief of minder positief is. Maar als ervaring hebt u een schat aan verworvenheden aan uw eigen ziel toege­voegd.

U kunt nooit meer zeggen: "Dat wist ik niet."


U kunt nooit meer zeggen: "Dat is iets wat zich ver buiten mij heeft vol­trok­ken." Neen, als wezenlijk onder­deel van dat Rad van Wedergeboorte hebt u een stuk uit de cyclus van God gelicht en hebt u de kracht naar uzelf toegetrok­ken, leven na leven na leven.


U zou kunnen stellen: wanneer u in één leven een dag­boek zou bijhouden over alle mensen die daar langer dan enkele uren een rol in spelen, dat u al die mensen als kralen aan een ketting gaat rijgen en u zult achteraf zien dat naar veel mensen en misschien naar alle mensen toe een gevoel van liefde, vrede en een gevoel van saamho­righeid aanwezig is.

En u zult zien dat emoties, zoals boosheid en ver­driet - u zou dat restanten uit het ver­leden kunnen noemen - dat het op dat mo­ment belangrijk was dat die naar buiten kwamen, maar dat de kracht van het onver­wachte eigenlijk de boos­heid, het ver­driet, de pijn in u teweeg­bracht, omdat er iets anders gebeur­de dan uzelf ver­wacht had.


U kunt de ander niet de schuld geven, het was een pro­jectie vanuit uzelf, die ver­keerd was.

Wanneer u zich op dat moment verplaatst had in de ziel van God, dan had u een gevoel van warmte, van vrede, van harmo­nie in uw eigen ziel gevoeld en op dat moment de materialisatiekracht gevonden om de trilling van uw eigen ziel, de ziel die u bent in het lichaam dat u hebt, te deponeren. En waar God aanwezig is, kan geen negativi­teit zijn, kan geen pijn zijn, kan geen verdriet zijn.

De transmuterende kosmische vlam in u zou groter en sterker worden, de kleur violet indringender en elke nega­tiviteit zou worden verast.


U hoeft niet te wachten tot u stervend bent, u hoeft niet te wachten tot in de astrale wereld, u hoeft niet te wach­ten tot uw volgende incarnatie, u kunt nu al, gaande uw eigen leven, zeggen: "Dat wil ik wel, dat wil ik niet, dat accepteer ik wel, dat accepteer ik niet". Zo bakent u uw eigen weg af en dan zegt u: "Die kleurschakering past niet in de ketting die ik mij gedacht had te maken".

Maar wanneer u op een bepaald moment heel veel kleur­schakeringen krijgt, in prach­tige kralen, in prachtige mensen, dan kunt u zeggen: "Ik had een andere ketting gewenst" en u kunt ze allemaal wegduwen, maar de ketting die u wilt zult u nooit kunnen rijgen."


Wees dan niet eenzaam, wees dan niet verdrietig, word dan niet hard, niet verzuurd en niet boos en zeg dan niet: "Het leven heeft zich tegen mij gekeerd."

Neen, u hebt een schoonheid aan kristal­len kralen gekre­gen, aan de zielen der mensen, maar u wilde wat anders met het leven, u wilde een andere ketting, als een kind dat met de vuist op tafel sloeg.

Op dat moment had u de souplesse dienen te hebben om te zeggen: "Dan laat ik mijn idee los, dan neem ik de ketting die mij door mijn Schepper gegeven wordt. Al die kleuren met elkaar en al die meningen, die huidskleuren en al die visies met el­kaar, dat is een heel andere ketting dan ik verwacht had te zullen dragen." Misschien is hij wat zwaarder omdat er wat meer herinneringen aan zitten.

Omdat er wat dieper gevoeld wordt in het ether­lichaam van de ander en van uzelf en vice versa, omdat er confrontaties komen. Zeg dan niet: "Ik vond die lezing niet prettig". Zeg dan niet: "Ik vond die cursus niet prettig". Zeg dan niet: "Ik vond die andere mens naast wie ik ge­plaatst ben niet pret­tig in mijn leven."


Neen, dan heeft u uw verwachtingspatroon verkeerd gesteld. U wilde een andere ketting omdat één van uw vrienden een mooie ketting had en u dacht: "die wil ik ook". Maar uw karma, uw plaats in dat Rad van Weder­geboorte vereiste een andere visie, vereiste een andere ketting.


"Gelijke monniken, gelijke kappen" of de mens die het­zelfde denkt als de ander draagt dezelfde ketting en zal datzelfde beeld naar buiten brengen, het beeld van zijn eigen visie en gelijkenis, het beeld van zijn ziel.


U kent de uitdrukking: "Gaat heen en vermenigvuldigt u". Niet op een stoffe­lijke manier, maar gaat heen naar de Aarde en vermenigvuldig dat wat u bent, uw goddelijk zijn, uw warmte, uw liefde, uw ethiek, uw esoterie.

En draag dat uit aan alle andere mensen. Wees daar dienst-baar aan, geef de mooiste kraal die u hebt aan de ander. Dan lijkt het alsof uw ketting geschonden is, maar dat wat u terugkrijgt zal niet een mooie kraal zijn, niet de mooiste kraal, maar u krijgt misschien een heel nieuwe ketting.

Een nieuwe ketting omdat ergens in die rijgdraad een lichte breuk zat en hij door het gewicht der kralen zou breken. Dan zegt u als mens: "Ik ben mijn ketting verloren door mijn ene kraal weg te ge­ven, ik heb een opening gemaakt, een gat in mijn aura en mijn energieën zijn weg­gestroomd."


Maar wanneer u op dat moment had gezegd: "Laat ze maar gaan, laat ze maar daar komen waar andere mensen ze graag willen hebben, laten andere mensen er gelukkig mee zijn" - verdraagzaamheid, heb elkaar lief, geef dat wat u hebt aan de ander en het zal u duizendvoudig teruggegeven worden - dan zult u zien dat de ketting die u draagt geen last is, geen fatalis­tisch karma van "Ach, het kan toch niet anders".


Neen, dat karma wordt door de Gods-vonk in uzelf be­­­­­­­­­stuurd. En bestuurd worden betekent: met een grote souplesse tot verandering komen, de linkerbocht, de rechter­bocht in de weg, de rechte weg volgen, rusten wanneer het noodzakelijk is, met mensen tot meditatie komen. Maar het betekent ook: hard naar buiten komen, daar waar noodzakelijk. Gelijk Christus dat deed in de tempel toen hij de tolle­naars verdreef. Maar tegelijkertijd was diezelfde Christus vol liefde en verge­ving naar ande­re mensen toe.


En natuurlijk waren er mensen die over Christus spraken omdat hij de wereld in beweging bracht, omdat hij tegen mensen zei: "Die ketting past je niet, je krijgt van mij een andere ketting: "Neem je bed op en wandel, doe het. Ik wil het, je kunt het".

Maar die mensen waren gewoon met hun ketting te werken in dat bed, het was hun leven en ze konden dagen bezig zijn en zich laten verzorgen.

Maar opstaan en verder gaan betekent gezond zijn, bete­kent andere men­sen die ziek zijn helpen., eigen verantwoor­delijkheid dragen en niet meer kunnen zeggen: "Ja, ik ben daar niet verantwoordelijk voor, ik lag hier."


"Sta op en wandel.

Ga heen en vermenigvuldig u.

Sta op en zondig niet meer."


Het zijn uitspraken die u in uw eigen levensader, in uw eigen levenskarma of levensketting kunt terugvinden.

U rijgt kralen, maar u denkt ze niet te zien. Er wordt ogenschijnlijk iets van u afgenomen... Een afspraak gaat niet door, maar het niet doorgaan van die afspraak blijkt op wat langere termijn een ontzet­tend positieve uitwer­king te hebben.

Want thuis gebleven, misschien wat verbitterd of teleurgesteld, wat triest misschien, wordt er aan de deur gebeld en komt u uw tweelingziel tegen of komt u iemand tegen die u in lengte van jaren niet meer ge­sproken, gezien, noch telepathisch, bui­tenzintuiglijk gevoeld had.


Het is de Goddelijke Ordening.

Het is de Wet van Karma.


Wanneer ik dan buiten uw leven ga staan en ik zou tegen u zeggen, wanneer u op dit moment terug kunt kijken naar al uw eerdere incarnaties (als u dat niet kunt omdat u de kracht der regressie nog niet beheerst, kunt u terug­kijken in dit le­ven, week na maand na jaar, op een ont­spannen, niet-emotionele manier) dan kunt u tegen uzelf zeggen: "Wanneer ik vandaag zou sterven en van­daag of morgen opnieuw geboren zou mogen worden, wat voor leven zou ik dan kiezen?

Zou ik een elf willen zijn, een kabouter, behorend tot het rijk der Devawer­kers? Of heb ik die ervaring ooit al opgedaan, of kan dat niet maar wil ik wel geïnteresseerd zijn in en omgaan met die sfeer der Devawer­kers?


Of zou ik een priester, een hoge­priester willen zijn? Zou ik iemand wil­len zijn die ande­ren op het Pad van het Goddelijk Licht bracht, een magnetiseur, een trance-medi­um of zomaar iemand die thuis haar kinde­ren opvoedt? Of zomaar iemand die een hoge maatschappelij­ke positie heeft, met een stukje ethiek en verantwoorde­lijkheid naar ondergeschikte personeelsleden?

Zou ik zomaar een visser willen zijn net als Christus op het water, mediterend, luis­te­rend naar de zee, luis­terend naar de hemel, voelend naar de Kosmos, nadenkend over het leven onder de waterspiegel, over alle vissen?

Of zou ik me daar al­leen gelaten, eenzaam voelen en zou ik midden in de maatschappij in een heel grote wereldstad het middelpunt, het brand­punt van die stad willen zijn, als dorpsoudste, als burgervader? Zou ik arts, chirurg of wat dan ook willen wor­den?"

U moet het maar eens proberen.


U moet maar eens proberen om te relative­ren en terug te gaan en al die ervaringen van dit leven en - zo u kunt - van eerde­re incarnaties op een rij te zetten, en ze als kralen aan een ketting te rijgen, maar met een hechte, sterke draad om nooit meer los te gaan.


Dan zegt u: "Dat heb ik beleefd, dat ligt achter me en iedere ervaring binnen Gods krachtveld hoeft maar één m­aal bewust te worden opgedaan."

Als u het goed doet tenminste... En dan ligt het achter u. Dan is dat inge­vuld. Dat is de Wet van Karma. U hoeft niet tweemaal uw hoofd te stoten.

Gebeurt dat wel, dan hebt u er de eerste keer niets van geleerd, bent u er niet op de goede manier mee omgegaan.

Maar opnieuw geboren worden betekent: net zoals God vanuit zijn Schepping u heeft gecreëerd, meegaan in die verant­woordelijkheid.

 

Stelt u zich voor, u hebt kinderen en die kinderen worden via u geboren. Het is uw daad, uw wens, u bent direct en indirect verantwoordelijk voor dat leven en ik ga dan even voorbij aan de karmische wens van de ziel van dat kind. Zo kunt u ook met uw eigen leven omgaan, de dag van vandaag en de dag van morgen, u bent daar verant­woor­delijk voor. Maar wat zou u willen doen?

Breng dat in trilling en zeg niet: "Dat kan niet."

Zeg niet: "Dat gaat toch niet. "Neen, sluit uw ogen en visualiseer op dat moment uw nieuwe wedergeboorte op Aarde.


Zou u iemand willen zijn als Christus, met heel veel mediamieke gaven, een diep­voelende ziel, sociaal bewogen, geeste­lijk, goddelijk, kosmisch, met de weten­schap te moeten sterven aan het kruis? Dat is niet niets!

Zou u de verschrikkelijke pijn kunnen en willen ondergaan om die taak naar buiten te brengen? Aan alles zit een keerzijde.


Zou u een hogepriester willen zijn met de kennis van de Kosmos, kennis van het Universum? Met om u heen mensen die u steeds maar weer proberen om te kopen en steeds maar weer proberen u in een isole­ment te brengen van eenzaamheid, omdat de kennis die u hebt niet mis­bruikt mag worden, omdat u de enige bent of een van de weinigen? Het lijkt zo mooi, maar u isoleert uzelf uit de maatschap­pij.


Of zou u zomaar als een willekeurig ie­mand midden in de maatschappij willen staan, niet gelovend, niet wetend, niet voelend, levend voor voedsel, voor be­geerte, voor alcohol en het leven eigen­lijk door de buitenwereld laten invullen?

Dan bent u er ook niet verantwoordelijk voor en dan kunt u altijd zeggen: "Ach, de anderen hebben mij verkeerd opgevoed, de anderen hebben mij verkeerd gedoceerd, de anderen hebben niet van mij gehouden, de anderen hebben mij uitgestoten, de ande­ren.."

U draagt dan geen verantwoordelijkheid, maar u bereikt ook niets in uw karma. Het zijn allemaal facetten die u op een rij kunt zetten en u kunt er waarschijn­lijk zelf nog duizend en één naast beden­ken.


Maar wanneer u jaloers bent op de ander, wanneer u zegt de ketting die de ander draagt of die ene kraal of dat ene kris­tal is mooier, is schoner, voel dan mis­schien heel even aan het gewicht van die ketting.

Dan zegt u: "De mijne is bijna net zo mooi maar hij weegt de helft lich­ter en de last van de ander zou ik niet willen dragen."


Wanneer u zo tegen het leven aankijkt, dan kunt u met uw geestelijke gaven, uw helderziendheid, uw helderho­rendheid, uw gevoel voor esoterie, uw geestelijke ver­worvenheden bij geboorterecht en wat dies meer zij, omgaan.

Dan kunt u voelen in de aura van de ander, dan kunt u vanuit uzelf voelen naar de andere zijde. Want het hele leven bestaat uit 2 fasen, een yin en yang, een positief en negatief, een goed en kwaad, een gisteren en een morgen.


Het brandpunt, de as in het midden, dat bent u zelf.

U zegt dan: "Dat wat gisteren belangrijk was is verast door krachten van Pluto, is verast door energieën.

Maar er is geen vacuüm in de natuur. Dat betekent: dat wat achter mij ligt is voorbij, ik heb eruit geleerd, maar ik neem het verleden niet mee, maar de kennis gebruik ik om mor­gen in te vullen."

Zo kunt u tasten in de aura van de ander, maar ook in de aura van God. U kunt heel dicht bij God komen en, verder gaand in uw evolutie, kunt u als ziel God gelijk worden.


Leven na leven na leven, ervaring na ervaring na ervaring, tot u op een be­paald moment zo'n zware ketting hebt, met zoveel kralen, dat u zegt: "Hij mag mooi zijn, hij kan schoon­heid hebben, hij kan de schoonste ketting van het hele Universum zijn, maar als ik voor mij uit kijk, zie ik mijn eigen ketting niet.

Ik wil de last en het gewicht niet dragen om anderen te plezieren", en u legt mis­schien al die ballast af en dan zegt u: "God, ik ben man geweest, ik ben vrouw geweest, ik heb heel veel rituele missen opgedragen, positieve, witte, negatieve, zwarte.

Ik heb macht gehad, ik heb gege­seld en ik ben gegeseld, ik ben onmachtig geweest om met het leven om te gaan, ik ben man en vrouw geweest en ik heb een kruising proberen te maken tussen beide geslachten omdat ik dacht dat de kracht en de waarheid in het midden lag en uit­eindelijk die geslachten maar eens tot een nieuw geslacht moes­ten worden.


God, de kracht van vergeving heb ik moe­ten leren, maar ik heb hem geleerd, van mededogen, van dienstbaar zijn en mezelf wegcijferen, voor de buitenwereld een informa­tiebron, waaruit mijn hele geeste­lijke kennis en kunde als een geestelijk leraar aan anderen werd overgedragen, maar er is iets wat ik nog steeds niet begrijpen kan: Waar­om leef ik nog op Aarde?"


En het antwoord wat God u dan geeft is: "Omdat u de Aarde nog liefhebt en nog niet onthecht bent van die Aarde. Maar om ooit onthecht te worden van die Aarde zult ge eerst de hele Aarde als een diepe hechting moe­ten beleven. Het goddelijk voelen, het geluid van de wereld, het dagende niets, de emotie. Ge hebt het alle­maal gekend."


Velen van u hebben het achter zich, velen van u zijn ruimdenkend van geest. Alsof een lotusbloem, een chak­ra zich opent, alsof er een sluis opengaat en er stroomt energie uit uw eigen ziel en er stromen energieën uit het Universum naar uw ziel en ze vinden elkaar ergens in uw aura en die aura voelt zacht, wollig en warm, die aura voelt lief, vredelievend en ethe­risch en er ligt een hoge dosis esoteri­sche kennis in, maar u kunt er nog steeds niet mee omgaan, omdat u nog steeds zegt: "Die ene mens doet mij pijn, die trapt mij op de ziel en die andere mens, die maakt mij boos, die derde mens..."


U bent bijna, bijna God gelijk, u hebt de ketting afgelegd. Maar God kijkt niet naar nu, God kijkt naar al uw levens. Dat is eerlijkheid. Dat is rechtvaardigheid.

Die zegt: "Wa­nneer je nu een heel mooi en specifiek gees­telijk leven hebt is daar niets op tegen, maar ik ken al die ande­re negatieve, maar ook de positieve, en naar die daden zal ik je oordelen."

Niet veroordelen, want God veroordeelt niet. "Naar die daden zal ik je indelen volgens een goddelijke rangorde, waarin je kunt mediteren, bidden, nadenken over dat leven, waarin je met geestelijk ge­lijkge­stemden samen kunt zijn, waarin je ket­ting na ketting kunt passen om te kijken welke je het mooiste staat.

Maar kijk niet naar schoonheid, want schoon­heid is materie en materie weegt zwaar en hangt aan je nek, maar kijk naar elke ziel en rijg elke ziel die je liefhebt als kralen aan een ketting, niet zicht­baar, ongrijp­baar, misschien zelfs voor velen niet voelbaar, maar het is er wel."


Het is de kracht van God, gewichtloos. Uw eigen ziel heeft toch nog een gewicht van om en nabij de 3 gram. Maar het godde­lijk licht en die grote oerkracht God gelijk, mijn lieve vrienden, heeft geen gewicht, is niet te vangen in een chip, is niet te vangen in ectoplasma, maar is altijd, overal en daardoor nergens.

U bent het die kunt zeggen: "Ik wil de sleutel omdraaien, de sleutel tot de I Tjing, de verandering". En dan gebeurt het ook. U hebt het maar voor het zeggen. U zegt maar: "Nu wil ik het, nu wil ik God dienen", maar kijk om u heen, kijk naar uw eigen leven.


Op uw 18de zegt u: "Ik wil God dienen, ik wil priester worden."

Op uw 20ste zegt u: "Ik ben verliefd en ik wil uittreden."

Op uw 22ste zegt u: "Waar ben ik aan begonnen?"

Het leven op Aarde is aan verandering onderhevig, dat is niet negatief. Maar de goddelijke kracht is, weet, wil en zal bereiken dat wat hij wil.

De totaliteit aan evolutie en schepping, gebouwd op de trilling en de deken van liefde. Iedere voetstap, ieder geluid is een voetstap of een geluid wat in zich de goddelijke trilling van liefde draagt.


Mensen zeggen: "Ik wil die partner", maar 5 jaar later zeggen ze: "Ik wil een ande­re". En naar hun eigen eer en geweten gaan ze op de knieën en zeggen: "God", of ze bidden naar een intelligentie en zeg­gen: "Laat dat mijn levenspartner worden, laat dat mijn gezellin worden, laat dat zich aan mij voltrekken, laat ik kinderen hebben. Ik heb alles geprobeerd en ik wil zo graag, het is mijn liefste wens".

Op Aarde zegt u dan: "Het bezit van de zaak is het eind van het vermaak", met andere woorden, als de partner er is, is de wens verhoord en het karma ingelost. Bent u dan nog gelukkig?


Uw reïncarnatiecyclus beslaat zo'n 300.000 jaar of meer. Wanneer u dan 5 jaar later zegt: "Ik wil verandering in mijn relatie, in mijn werk, in mijn voe­len, in mijn weten", lieve vrienden, bedenk dan: God is eeuwig, is tijdloos.

Die zegt niet, ik wil nu en slaat niet met de vuist op tafel. Hij zegt: "Dat wat zich binnen in mij vol­trekt is er, als het water in de zee, als de aarde op het land, als de zielen der mensen, als de lichamen der mensen, als de vogelen des hemels en de vissen in het water, de dieren en de bomen en de bos­sen." Het is er, maar ze kunnen niet met elkaar commu­niceren.

U kunt niet aan een vis vragen om als vogel des hemels te vliegen. U kunt niet aan een dier op het land vragen om 5 km onder de waterspiegel te leven. Het is een andere levensstruc­tuur.


U kunt niet aan uw huidig menselijk li­chaam vragen om op Pluto te leven, op Venus te leven, maar dat zegt niet dat daar geen leven bestaat.

Rijg elke ervaring als een kraal aan uw ketting, rijg al die ervaringen naar uw eigen beeld en gelijkenis en geef uw mooiste ketting weg.

Het is het diepst van uw ziel, het is het mooiste kristal en dat kristal vertegenwoordigt een waar­de.

Niet in geld maar in bewustzijn, waarin u zegt: "IK BEN iemand die inge­wijd is en heb voor al die kennis en die ken­nisoverdracht van al mijn levens niet veel woorden nodig. Het is zoals het is en het gebeurt zoals het gebeurt, omdat het gebeurt volgens Goddelijke Orde­ning."


Dan zegt u: "Dat gebeurt in dit leven, dit gebeurt in een ander leven, dat ge­beurt 8 levens later." Dat zijn de werke­lijke kralen, die hebben niets te maken met schoon­heid, maar die hebben te maken met bewustzijn. Iedere kraal verbergt in het diepst van zijn eigen ziel zijn eigen bewustzijn, de kennis.


Die kralen zijn niet bestemd om geregen te worden, die kralen zult u in uw handen moeten nemen.

U hebt een bron van leven, van prana, van energie, u kunt hem openen en de parel in de oester zal schoner zijn dan de buitenkant omdat u de rust had om te duiken naar het diepst van de zee, naar de oesters, omdat u de schoon­heid van de parel tot op het diepst van zijn bewustzijn kent.

Omdat u hem niet gebrui­ken wilt om winst te maken naar stoffe­lijke aard, maar wilt gebruiken in de ceremonie, als symbool.


Als symbool van een vijfpuntige ster, als symbool van een cirkel waarin het Rad van Wedergeboorte zich af­speelt, als verte­genwoordiger van uw eigen ziel.

Die kralen, die ketting, dat bewustzijn hebben niets te maken met gaven van mag­netische aard, hebben niets te maken met het trance-mediumschap, maar hebben te maken met het diepe voelen wat mensen in zich hebben, leven na leven na leven tot stand gekomen.

Maar die levens gaan steeds sneller, er gebeurt steeds meer, het bewustzijn wordt groter en de evolu­tie gaat voort en u kunt hem niet meer tegenhouden.


Laat u als 't u blieft meevoeren in die stroming van de rivier en iedere bocht zal een verfrissing zijn en mag geen verbijstering in zich kennen omdat dan uw verwach­tings­patroon verkeerd gesteld is.

Roep niet “ach en wee” als het niet gaat zoals u wilt, maar roep “ach en oooh” als woor­den tekort schieten om de schoon­heid van het nieuwe panorama in woorden om te zetten en graveer de erva­ring diep van binnen.


Wanneer u zo omgaat met het leven, uw leven, dan zult u anders nadenken over uw kinderen, die u hebt aange­trokken omdat uw ziel de wens te kennen gaf een schep­pende energie naar buiten te willen brengen. En dat wat u uitstraalde trok u aan; Een geestelijk gelijke.

Daar kunt u als mens op Aarde misschien iets anders over denken, maar de trilling was iden­tiek. Anders kan geen bewuste incarnatie als kind via u op Aarde nederdalen.


Dat geldt ook voor uw partner, wanneer u er 5 of 10 of 20 jaar mee samen bent, en voor uw vrienden. Beoordeel ze niet op die ene daad, die ene dag, maar kijk naar dat hele leven en misschien naar die eerdere levens waarin u samen was en zeg dan: "Wanneer dat positief was, dan mag dat niet te gronde gaan door dat ene misschien verkeerd gekozen woord, op het verkeerde moment."


Relativeer, laat los, adem opnieuw en begin opnieuw. Het heeft de kracht van warmte, van vrede, van uithuilen en op­nieuw beginnen. Het is de kracht van een embryo die zich in die vorm op een bed neerlegt en visualiseert terug te zijn in de moeder­schoot.

Gebruik die kracht die een embryo heeft om zich te voe­den met kosmische energie, geestelijke energie en met de voedings­stof van de moeder.


Wanneer u op bed gaat liggen of liever op de grond en u neemt dezelfde houding aan van een embryo, denk dan dat u heel klein bent, dat u nog geboren moet worden, en dat u vandaag opnieuw kunt beginnen en dat u terugkijkt naar al die eerdere levens. Dan hebt u een kast vol kettin­gen, maar u zult er geen van dragen omdat ze allemaal mooi zijn. De een nog mooier dan de ander en uw keus wordt steeds moeilijker.

Maar hoe langer u kijkt, hoe meer u beseft dat ze uw evolutie afremmen omdat al die kettingen om uw nek zo zwaar wegen dat u geen stap meer kunt doen. Al die ervaringen, al die kralen, ze heb­ben hun functie gehad.


Op het moment dat u de kraal kocht of kreeg en hem bewonderde, op het moment dat u de ervaring opdeed, had de ervaring zijn functie. Kijk er niet op terug, anders dan in blijdschap en dankbaarheid en zeg: "Ik weet, ik weet dat er ergens in het Universum zo'n kraal is, zo'n ervaring is."

En wanneer anderen dan bij u komen en zeggen: "Ik heb zo'n intense behoefte aan een geestelijke lering, aan een lichamelijk gezond zijn, ik heb zo'n intense behoefte aan zo'n kraal," dan zegt u: "Ik heb hem! Niet tastbaar, maar ik heb de kennis, de inhoud van de kraal, het bewustzijn voor jou. Ik heb hem zelf gedragen tot ik hem niet meer nodig had. Ik geef hem jou.

Louter, leef, lach, huil, onderga hem, het is een erva­ring, de ervaring van het alleen zijn, de ervaring van het sa­menzijn of juist niet samen willen zijn, de ervaring van iets moeten doen wat je niet wilt, de erva­ring van pijn aan de ziel."


Maar vergist u zich niet. Uw ziel als stukje God, denkt u dat die ander die negatief is God pijn kan doen? Neen, dus u ook niet. Het is teleurstelling, het is verdriet van stoffelijke aard. Ban dat uit uw aura, adem opnieuw en maak de ketting van uw leven tot tastbaar symbool voor alle anderen.

Hang hem ergens in uw huis, uw huis in de sferen, hang hem ergens in uw huis op Aarde, waar u wilt, zodat iedereen hem ziet. Zien kan dat u hem hebt afgelegd en u kunt zeggen: "Het is volbracht."

Hang hem zo dat iedereen die hem bewonde­ren wil er naar toe kan zonder in uw aura te hoeven treden.

Maar het is uw erva­ring, uw bewustzijn, uw schepping. Ga heen en draag dat uit onder alle volke­ren. Ga heen en vermenigvuldig, maak van alle volkeren één volk en als dat een grote volksverhuizing impliceert, dan is dat maar zo.

Ga heen en maak van alle geloven: het islamitisch ge­loof, het katholicisme, protestantisme, het joden­dom enz. enz., één geloof.


Al die godsdiensten, religies en sekten, hebben hun functie gehad. De kracht van het universeel denken is "de kracht van wij". De mooi­ste kraal is uit elkaar gespat en iedereen liep hard weg en iedereen riep ach en wee. Alleen die paar mensen die bleven staan mochten kennis nemen van de inhoud, waar­in samenbundelen, samen delen, samen voelen, samen leven, samen werken, sa­men God zijn en samensmelten tot een grote goddelijke kracht aan de mensheid wordt overgedragen.


Die kracht komt steeds dichter naar de mensen toe, die kracht zit in u en gaat vanuit uw eigen bewustzijn naar buiten. Als u spreekt over mijn ziel, als u spreekt over mijn Hoger Zelf, als u spreekt over mijn verhoogd be­wustzijn, dan gebruikt u woorden, maar u bedoelt: dat wat is, altijd was en altijd zijn zal: het goddelijke in uzelf.


Hoe nietig, hoe groot, hoe onschuldig, hoe schuldig... Het maakt niet uit. Het is er.

Leer ermee te leven, gooi de angst opzij, laat los de angst voor die andere mens. Hij is niet sterker dan u. Zijn god­delijk licht is gedoofd.

Geef hem uw licht, uw warmte. Wakker het opnieuw aan en de ander zal u als mens misschien niet al­tijd dankbaar zijn, maar er is een kracht die alles ziet, die alles weet, alles voelt net als u, alles ondergaat, ook de pijn, maar die steeds weer en steeds weer uitademt en op die uitademing zegt: "Laat ons zielen maken om opnieuw aan dat Rad van Wedergeboor­te deel te nemen."


Maar iedere nieuwe ziel die geboren wordt uit God en al Zijn krachten is bewuster dan de laatste ziel die geboren werd, omdat in diezelfde periode zielen terug­keren naar God, na hun hele cyclus vol­bracht te hebben.


Ik begon mijn lezing met te zeggen: "Net zo lang tot u de cirkel geworden bent, tot u alle spaken beleefd en ge­voeld hebt, dwars door uw lichaam als lansen, maar ook tot u de pijn hebt kunnen uit­schakelen door de gave van het trance-mediumschap en abrupt uit uw lichaam hebt kunnen stappen, gewichtloos, materieloos, net als Chris­tus."


Hij heeft de pijn niet echt gevoeld, hij was een trance-medium, sterker dan om het even welk trance-medium die ooit na hem op de wereld gekomen is. Hij kon zijn lichaam verlaten op ieder gewenst moment en toch heeft hij gewacht tot hij de woorden: "Het is vol­­bracht" had uitge­sproken.

Hij heeft de pijn willen voelen, de tranen gekend, niet om het spektakel, maar om het mededogen, om het diepe voe­len der mensen te willen beleven. Opdat iede­re keer wanneer een gebed opstijgt tot hem, hij de herinnering ergens uit zijn bewustzijn kan halen, een herinne­ring aan dezelfde angst, aan dezelfde pijn.

Zo zal hij nooit tegen u zeggen: "Ach, het is onzin die angst, het is onzin die pijn, het is onzin die eenzaam­heid, het is onzin dat verdriet."


Hij kent het net als God. Maar hij zegt wel: "Begin over­nieuw, veras dat verleden, was het weg en begin op­nieuw, met een nieuwe verant­woordelijk­heid en een nieuwe intentie."

Iedere dag kunt u opnieuw beginnen en denk niet en zeg niet dat u het niet kunt, want dan kruipt u weg voor de ver­antwoordelijkheid, als de slang, de slang uit de appel­boom.

Neen, kom overeind en kijk dat wat uzelf bent in het aangezicht en zeg: "Ik heb de ketting gedragen, al mijn levens waren kralen.

Ik heb de ketting afgelegd omdat ik de ervaring begrepen heb en hem daarom niet meer nodig heb. Ik ben de ballast kwijt, ik kan fier en sterk overeind staan en ik kijk omhoog naar dat wat is.

Ik sluit mijn ogen en ik voel, ik voel heel diep dat astrale werelden in elkaar verglijden. De eerste sfeer versmelt tot in de ze­vende.

Ik voel dat het vrouwelij­ke en het mannelij­ke in mij lang­zaam versmelten tot een Al-bewustzijn. Ik voel - doordat het negatieve en het positieve niet meer vechten, maar elkaar in vrede en in liefde gevonden hebben - de berus­ting, de acceptatie, het begrip. Ik voel, te­rugkijkend op al die eerdere levens, dat ik ze nodig had om dit te berei­ken."


Uw leven, uw visie, uw goddelijk bewust­zijn, schrijf ze op, al die ervaringen, juist die ervaringen die u zou willen vergeten, de pijn, de ergernis, de woede, de haat, maar ook het diepe, diepe geluk, het voelen, de geestelijke gaven die u hebt en dat wat u met anderen samen in de kracht van "wij" kunt delen.

Rijg al die ervaringen, stuk voor stuk als kralen aan een ketting en u zult begrijpen dat u hem niet zelf hoeft te dragen. Geef hem weg, in schoonheid. Heb er geen verdriet om, doe er afstand van.

Iets wat u zelf gemaakt hebt, uit het diepst van uw ziel beleefd en voortko­mend, geef dat weg en ge zult zonder het uit te spreken tegen u zelf zeggen: "Het is vol­bracht."


* * *


"God, hoog verheven boven de materie,

wij danken u voor deze overdracht.


Mogen mijn woorden eeuwig in de harten der mensen naklinken.

Moge het zo zijn dat elke ervaring zich aanpast aan de volgende.

Zo zullen alle ervaringen, als kralen aan een ketting

geregen worden.

Amen."



© Copyright  www.lichtsferen.com