DE KINDERSFEER

Een lezing over en door Patty


                                                     VOORWOORD

De Kindersfeer - www.lichtsferen.comHet is voor ouders van kinderen die door een ziekte of door een ongeval uit het gezin worden weggenomen goed te weten dat er een leven ná dit aardse leven bestaat.

In deze lezing heeft onze geestelijk leider getracht het verhaal over de kindersfeer door de ziel van een kind te laten vertellen.

De stijl van vertellen zal daardoor totaal anders zijn dan dat wat u gewend bent.

Maar juist hierdoor krijgt dit verhaal een diep emotioneel karakter.

U krijgt In deze lezing te maken met het groeiproces door de vier tuinen van de kindersfeer naar een nieuwe volwassen geboorte. Nooit eerder heeft iemand het aangedurfd om via een trance- medium de informatie over de Gouden tuin, de Doorzichtige tuin, de Blauwe tuin en de Groene tuin aan de Aarde over te dragen.

Gezien de sterke emoties bij wiegendood, een ongeluk of een doodgeboren kind, rustte op dit onderwerp langdurig een sterk taboe. Deze lezing voegt een dimensie toe aan alle andere informatie over het leven en werken in de sferen.


De redactie, LICHTSFEREN.COM


DE KINDERSFEER


Als je droomt ben je net een engel...

Je kunt gaan en staan waar je wilt...

Je bent als een vlinder die gaat van bloem tot bloem...

Vlieg mijn kind, vlieg naar de zon en herinner je de droom als je wakker wordt.

Als je droomt ben je als een engel.

Maar wanneer je een engel bent zul je dat zijn bij dag en nacht, bij voor-en tegenspoed.


Na het leven op Aarde leeft de ziel verder in een andere vorm en in een andere dimen­sie. Voor volwassen mensen geldt dat zij naar de astrale wereld gaan en voor kinderen dat zij naar de kindersfeer gaan. Maar om het zo te vertellen is wel heel eenvoudig. Er is immers niets gezegd over de plaats in de astrale wereld waar wij terecht komen. Want dat heeft te maken met bewust­zijn en evolutie van de ziel die wij zijn.

Waarschijnlijk weet u dat er zeven sferen zijn en dat de gemiddelde ziel zo'n driehon­derdduizend jaar nodig heeft om al die sferen te doorlopen. Wanneer u dan ook weet dat er vanuit de vierde sfeer niet of nauwelijks incarnaties op Aarde terugkeren, dan zult u begrijpen dat het principe van HOOG en LAAG BEWUSTZIJN zich alleen in de eerste drie sferen afspeelt wat betreft het leven op Aarde.


De 1e sfeer zou men oorlogszuchtig kunnen noemen.

De 2e sfeer zou men het zoeken naar bewustzijn en de 3e sfeer het uitwerken van dat bewustzijn kunnen noe­men.

De kindersfeer echter bevindt zich op de helft van de 4e sfeer(!) en wordt omringd door engelen van de Witte Broederschap en vele andere zielen die hun taak binnen het Rad van Wederge­boorte volbracht hebben.

Kinderen die voor hun puberteit overgaan zullen in die kindersfeer worden opgenomen. Dit gebeurt onafhankelijk van hun verdere evolutie als ziel. Wanneer zij op een later tijdstip aan een nieuwe incarnatie op Aarde gaan begin­nen zullen zij daarop worden voorbereid en teruggebracht worden naar hun geestelijke afstemming.


Wanneer een kind op Aarde na een ziekbed of door een ongeluk sterft - wij noemen dit overgaan - zal het door zijn of haar engelbewaarder, of zo u wilt 'geleidegeest', worden opgehaald en worden meegenomen naar de kindersfeer. Afhankelijk van de bereikte leeftijd op Aarde zal het daar in groepen worden ingedeeld. Deze groepen kunt u vergelijken met de "Kleuter- en Basisschool" op Aarde. Het grootste probleem voor vol­wassen mensen is dat zij kinderen zien als iets kleins en teers met daarnaast hulpeloosheid en totale afhankelijk­heid van de ouders.

Maar dat is niet helemaal waar.

Wel­is­waar moeten baby's leren lopen en praten en opnieuw leren omgaan met het lichaam op Aarde, maar daarnaast bezitten zij heel veel kennis uit eerdere levens. De ziel van een klein baby'tje kan heel goed al 50 of meer le­vens achter zich hebben en als ziel meer dan 100.000 jaar oud zijn.


De basis van het bewustzijn is dus afhankelijk van eerde­r opgedane ervaringen.

En juist die eerder opgedane ervaringen bepalen de ziele­afstemming van het kind.  


DE VLINDER

"Ik sta op het punt om geboren te worden op Aarde. Mijn pappa en mamma zullen mij de naam Patty geven.

Ik mag nog even terugkijken in Zomerland, een wereld waar ik na mijn laatste leven in terecht ben geko­men. Dat laatste leven was er een van geluk en tevreden­heid. Het speelde zich af in Portugal en ik was moeder van 3 zoons en 2 dochters.


Vaag komen deze regressie-herinneringen weer bij mij boven. Maar even zo goed weet ik dat ik een nieuw karma heb gekozen. Ik zal weer een meisje worden en ik zal weer kinderen krijgen. Ik heb afspraken gemaakt met andere zielen die na mij naar de Aarde zullen gaan. En ik weet nu al dat ik over een aantal jaren bezig zal zijn met genetisch onder­zoek. Het "hoe en waarom" van het men­selijk leven heeft mij reeds lang geïntrigeerd... Ik kijk naar beneden en zie een kamer met allemaal men­sen. Mijn mamma ligt op een bed en een aantal andere mensen staan om haar heen.

 "Ga maar", zegt mijn engelbewaarder.

Ik zoek mijn plaats in mijn lichaam en probeer mij met al mijn kracht naar buiten te werken. Het doet pijn en ik heb het gevoel dat mijn borstkas ingedrukt wordt. De sluis waar ik doorheen moet is nauw, maar ik weet dat dit bij al mijn eerdere geboortes ook zo geweest is. De grenzelo­ze ruimte van de Astrale wereld zal plaats maken voor de engheid van het kleine lichaam op Aarde. Handen pakken mijn hoofd en helpen mij naar buiten. Ik haal adem en zie het licht van de Aarde. Ik zie de Zon die door het raam naar binnen schijnt en de lampen boven het bed. Het is een ander licht dan het geestelijk licht waar ik lange tijd in geleefd heb. Ik voel de warmte van het lichaam van mijn moeder terwijl ik op haar buik lig.De pijn in mijn borst blijft en mijn ademhaling gaat steeds moeilijker. Ik wil terug en ik wil vechten om te blijven leven. Terug naar dat heerlijke Zomerland en blijven leven om de afspraken die ik gemaakt heb met mamma en pap­pa en vele anderen na te komen.


Twee jaar lang heb ik gevochten met mijn lichaam. Mijn longen zijn niet goed genoeg om zelfstandig adem te halen. Soms ben ik enkele weken thuis geweest en dan weer weken lang in een ziekenhuis. Ik vraag aan mijn geleidegeest wat ik moet doen. Zijn antwoord verheugt me en verbaast me tegelijkertijd. Hij zegt: ”Je moet zelf beslissen. Wel kan ik zeggen dat je terug mag. Je verdere verblijf op Aarde lijkt mij voor jou en je ouders niet langer zinvol. Je longen zullen slechter worden en je zult binnen afzien­bare tijd in coma raken. En pas na vele jaren zul je uitein­delijk  weer vrij zijn.


Ik besluit om afscheid te nemen van mijn mamma en pappa.

's Nachts wanneer zij slapen en hun zielen in de Astrale wereld zijn zal ik vragen of zij mij los willen laten als hun kind. En ik ga ze proberen uit te leggen dat ik heel veel van ze houd, maar niet langer in mijn lichaam kan blijven.


Enkele weken later...

Mijn engelbewaarder houdt mijn hand vast en de gouden draad waarmee ik aan mijn lichaam vastzit wordt doorge­sneden.

Ik zie een groot goudgeel licht en ik hoor het geluid van een kinderkoor. Een engel van de Witte Broederschap pakt mijn hand en met z'n drieën lijken we omhoog te vliegen. Weg van de Aarde, weg van alle mensen die om mij huilen en weg van mijn pappa en mamma. Zij huilen niet maar schijnen diep van binnen te weten dat ik niet dood ben maar in een andere vorm verder leef.


Ik voel mij als een vlinder. Ik vlieg en sla mijn vleugels uit. Samen vliegen wij omhoog. Hoger en hoger naar...

Opeens vraag ik: "Waar gaan wij naar toe ?"

Op datzelfde moment gaan we door een prachtige poort die toegang geeft tot een ruimte waar ik heel veel kinde­ren zie. Allemaal van ongeveer dezelfde leeftijd die ikzelf had toen ik de Aarde verliet.

'DIT zal jouw plaats zijn voor de komende tijd', hoor ik zeggen. 'Nu is het tijd om in het bad te gaan', klinkt de stem van mijn engelbewaarder.

Een prachtig rond bad, ge­vuld met zilver water, staat al klaar wanneer ik een ruimte binnenkom. Alle pijn en al het verdriet wordt hier wegge­wassen. Maar de herinnering, zonder emotie, mag ik bewaren. Het voelt heerlijk en lekker ontspannen aan.


­Mijn eerste opdracht is om diep adem te halen. Voor het eerst sinds lange tijd haal ik adem zonder pijn. Het lijkt een hemelse balsem die door mijn lichaam gaat. Ik wil zingen en pret maken, maar daarvoor is het nog te vroeg.

Eerst moet ik leren om met mijn astraal lichaam te kun­nen omgaan. Daarmee zal ik overal kunnen komen in dit paradijs voor kinderen.


Ik moet leren dat ik niet moet lopen of vliegen, maar dat ik overal kan komen door mijn gedachten naar een plaats te sturen. Wanneer ik denk bij mijn ouders te zijn, dan ben ik er. En wanneer ik aan mijn engelbewaarder denk, staat hij plotseling voor mij. De beheersing van dit spelletje kost mij enige tijd en moeite.­


Op een dag wil ik naar een speeltuin toe en vraag daar toestemming voor. Nadat die toestemming is verkregen ga ik samen met mijn engelbewaarder naar een plaats op Aarde waar ik kinderen zie spelen. Zij zien mij niet maar ik hen wel en ik kan zelfs hun gedachten lezen. “Doe voorzichtig”, zegt mijn eigen engel en kijkt mij lachend aan. Ik ga op de schoot van een meisje zitten en schom­mel met haar mee. Naar voren en naar achteren gaat het. Hoger en hoger. Het meisje voelt mij niet en als ik tegen haar praat, hoort ze me niet.


Nadat ik van het meisje op de schommel ben afgegaan dringt het tot mij door dat ik de naam van mijn engelbewaarder niet ken. "Hoe heet je?", vraag ik aan mijn engel.

"HOME" is zijn ant­woord. En ik weet dat ik samen met hem overal thuis zal zijn.


"Waarom kunnen de kinderen op Aarde mij niet verstaan en de kinderen in de Gouden tuin wel?" vraag ik aan Ho­me. "Dat komt doordat de kinderen op Aarde een li­chaam van de Aarde hebben en daarmee lopen en den­ken en eten. En jij hebt een astraal lichaam, waarmee je jezelf verplaatst via jouw gedach­ten en die gedachten worden gestuurd door dat wat je bent. Wij noemen dat 'ZIEL'." Voor het eerst realiseer ik me dat ik 'anders' ben. Ik wil zo snel mogelijk terug naar de Gouden tuin, waar allemaal kinderen zijn die net als ik een astraal licha­am ­hebben en die niet  “anders” zijn. Wat later zit ik met een aantal andere kinderen in een cirkel rond een fontein. Hier krijgen wij les in het besturen van ons astraal voertuig en dat is best wel moeilijk.


“Je hebt je tot nu toe zomaar verplaatst en hoewel dat goed ging moet je even heel goed luisteren:

Sluit je ogen en denk maar dat je vleugels hebt. Deze vleugels zul je niet echt meer nodig hebben. Maak ze vrij uit je gedachten... Vanaf nu zul je een lange tijd in de Gouden tuin zijn. De mensen op Aarde noemen de Gou­den tuin "De kindersfeer", maar de kindersfeer bevat vier tuinen. El­ke groep heeft een eigen tuin. Wanneer je op Aarde 5 jaar geworden zou zijn, ga je hier naar de Doorzichti­ge tuin.”


L­ater zou ik ontdekken dat kinderen rond hun 8e verjaar­dag naar de Blauwe tuin en kinderen rond hun 11e ver­jaardag naar de Groene tuin gaan. De Groene tuin lijkt het meest op de tuinen van de Aarde en is dan ook de laatste tuin in de Kindersfeer.


“Een ziel heeft geen vorm en dus ook geen massa. Je hebt dus eigenlijk je astraal lichaam ook niet nodig. Maar om­dat je ééns weer terug zult gaan naar de Aarde is het goed om je astraal lichaam te behouden. Voorlopig is het beter om in de Gouden tuin te blij­ven. Hier kun je alles vragen wat je weten wilt. Tevens zul je hier een eigen ruimte krijgen. Een ruimte die alleen voor jou is maar die je met iedereen mag delen. Niemand ech­ter kan daar komen zonder jouw toestem­ming. Zelfs ik, Home, kom daar pas als jij me roept.


Probeer je nu in gedachten te verplaatsen. Je zult ontdek­ken dat, wanneer je je ogen opent, je daar zult zijn waar je je gedachten naar toe hebt gestuurd.”


Ik denk heel sterk aan mijn eigen plekje en vraag mezelf af hoe dat eruit ziet. Wanneer ik mijn ogen open doe zie ik een kamertje wat precies gelijk is aan mijn eigen kamertje op Aarde. Alles staat erin. Mijn beertjes en mijn eigen bedje. Alles en alles waar ik elke nacht naar geke­ken heb. Dit is mijn eigen huisje in de sferen, bedenk ik.


DE GOUDEN TUIN

Het is prachtig zomers weer in mijn Zomerland en ik hoor mooie muziek. De muziek lijkt niet op die van de Aar­de. Vandaag ga ik een bezoek brengen aan de 'kijkka­mer'.

De 'kijkka­mer' is een ruimte waar je naar toe kunt gaan om naar plaatsen te kijken zonder dat je er heen hoeft te gaan. Als ik binnenkom zijn er al een heleboel kinderen. ­Ieder heeft zijn eigen plekje en zijn eigen gouden spiegel. Wanneer ik mijn gedachten op de spiegel richt komt er een gouden gloed over de spiegel heen. Het is alsof hij oplich­t. Ik vraag aan de spiegel, waarom ik het verkeerde licha­am heb gekozen toen ik naar de Aarde ging.


In de spiegel zie ik mezelf vlak voor mijn geboorte.

Ik ben sterk en er is niets aan de hand. Dan ga ik door een sluis en word in elkaar geperst. Vooral mijn borstkas krijgt veel pijn en druk te verwerken. Dan ben ik op Aarde en zie ik mijn beide ouders. Maar de pijn blijft en leidt uiteindelijk tot mijn terugkeer naar dit Zomerland. Ik "weet" nu dat ik geen verkeerde (karmische) keus heb gemaakt maar dat het gekomen is door het indrukken van mijn borstkas tijdens mijn geboorte.


Plots ervaar ik dieper te ademen dan ik sinds lange tijd gedaan heb. Er is iets van mij afgevallen en er ontstaat een gevoel van diepe vrede in mij. Opnieuw vraag ik aan de spiegel of ik mag zien met welke zielen ik verbonden ben. In prachtige witte gewa­den zie ik mijn pappa en mamma die ik moest achterlaten, maar ook zie ik beelden van andere mensen. Daarnaast zie ik het gezicht van mijn "gids" zoals ik hem in vele levens gekend heb. Tevens zie ik mezelf samen met kinderen en vrienden in gewaden uit heel oude tijden. Al die herinneringen maken mij blij maar geven ook een gevoel van eenzaamheid. Plotse­ling staat Home naast mij en wenkt me om met hem mee te gaan. "Dit is alle­maal voorbij", zegt hij. "We moeten ons nu bepalen tot het HEDEN." "Je moet leren versmelten met mensen of met dingen", zegt Home. "Je bent niets anders dan een gedachte en die gedachte kun je in iets of iemand binnen brengen. Pro­beer maar...

Denk maar aan mij en je zult merken dat je langzaam in mij zult worden opgenomen. Dan zul je voelen en denken zoals ik dat doe. Probeer maar..."


Ik ga tegenover hem staan en kijk mijn vriend aan. Vooral zijn ogen houden mij vast en langzaam kijk ik IN die ogen. Zij stralen vol liefde en trekken mij a.h.w. naar binnen toe. Ik word opgetild en terwijl ik kleiner en kleiner word glijd ik via die ogen het astraal lichaam van HOME in. "Ben ik HEM?", vraag ik me dan af, “of kan ik ook mijn gedach­ten aan hem overgeven?"


In de komende tijd zal ik dit gaan leren te doen met kinderen in de Gouden tuin en met mensen op Aarde. Zo kan ik een (telepathische) gedachte bij die mensen binnen bren­gen. Ik lijk zelf wel een engelbewaarder, denk ik, wan­neer ik op deze wijze iemand probeer te waarschuwen voor een ongeluk. Vandaag moet ik aan een kubus denken. Ik sluit mijn ogen en probeer aan zo'n kubus te denken en te denken en te denken. Maar mijn gedachten dwalen af en het figuur verdwijnt.


Ineens staat er een jongetje naast mij en zegt: "Ik zal je helpen..." Samen denken wij om het hardst aan een kubus en...ja hoor!  Voor ons vormt zich een echte kubus (materialisa­tie). "Het is jouw kubus", zegt het jongetje nu. "Ga er met je gedachten in zitten en maak het tot je huis." Plotseling voel ik dat hij zijn ge­dach­te een andere richting geeft... maar de kubus blijft. Ik besef dat ik mijn gedach­ten een ziel heb gegeven en dat de kubus als het ware geboren is. Hij kan dus nu ook zonder mijn gedachte bestaan. Ik stap uit de materie die ik via mijn gedachten­kracht ge­maakt heb en bekijk van een afstandje mijn schepping.


"Laat alles maar los, zegt HOME, “en kom met mij mee. De kubus zal verder een schuil­plaats zijn voor zoekende zielen die geen huis hebben."

“Maar iedereen heeft toch een huis”, zeg ik.


"Misschien moet ik het anders vertel­len", zegt HOME. "Kijk.., jij kunt een gedachte scheppen en dus ook een huis.

Of zo je wilt, geluk scheppen voor jezelf of voor iemand anders. Maar een zoekende ziel kan dat niet zelf en ZOEKT dus naar hulp of zoekt naar zo'n kubus als jij gemaakt hebt om in te wonen. Het gebeurt ook wel dat wanneer een mens op Aarde dood gaat, hij zijn astrale voertuigen niet meer nodig heeft en die los laat als voed­sel voor zoekende zielen."

Hier moet ik heel lang over nadenken.

"Er gaat dus nooit iets verloren wat eens gemaakt is?", vraag ik. "Wat uit liefde geboren is zal eeuwig leven. En wat uit kwaad geboren is, is als alles van de Aarde en gaat voorbij", klinkt de stem van HOME.


LATER

“Vandaag ga ik naar de Aarde” zegt Home en jij mag ook mee als je wilt.”  Hij kijkt er heel erg geheimzinnig bij.

Ik sluit mijn ogen en terwijl ik Home’s hand vastpak voel ik een koude wind om mij heen en zo bereiken we de plaats waar mijn gids naar toe wil gaan.


In een kamer zitten drie mensen. Mijn ouders en een man. Deze man is een medium. Een transformator tussen twee werelden. Mijn ouders zijn naar hem toe gegaan om te horen hoe het met mij gaat en of ik een taak heb en nog veel meer. De seance begint en de man sluit zijn ogen en denkt aan een kristal. Langzaam maakt zijn ziel zich los van zijn lichaam en ik zie hem naar mij toe komen.


"Denk aan wat je geleerd hebt", zegt HOME.

Ik denk aan de man en concentreer mij op zijn lichaam. Na enige tijd bevind ik mij IN zijn lichaam en BEN ik een medium. Ik vertel mijn mamma wie ik ben en zeg haar niet meer om mij te huilen. "Je zult spoedig een nieuwe baby in je buik voelen en dat kindje zul je even lief vinden als je mij hebt gevon­den. Door de drukte om het nieuwe leven zul je minder aan mij denken. Maar vergeet niet dat ik er altijd zal zijn. Je hoeft maar aan me te denken, mamma, en ik zal heel dicht bij je zijn.”

Dit en nog veel en veel meer, vertel ik mijn ouders.

Dan krijg ik het bevel om het lichaam van de man los te laten en voeg mij weer bij HOME in mijn eigen sfeer. Nog eenmaal kijk ik om naar de Aarde en maak mij met moeite los van mijn pappa en mamma. Deze laatste gebeurtenis heeft mij geen pijn of verdriet geschonken. Maar wel een intens gevoel van geluk.



DE DOORZICHTIGE TUIN

De tijd is voorbij gegaan en nu bevind ik mij in een andere sfeer. Alles wat mij aan de Aarde herinnerde ligt nu ver achter mij. Vanaf nu zal ik mij gaan voorbereiden op een nieuwe incarnatie op Aarde, op een volgend leven in een nieuw lichaam.

Aangezien ik alles bij elkaar wel twintig aardse jaren in de kindersfeer zal zijn kan ik helaas niet meer bij mijn laatste mamma en pappa geboren worden.


Ook hier heb ik een eigen huis. Maar... ik mis iets.

Wanneer ik dit met HOME bespreek zegt hij: "Tot nu toe had je een huis voor jezelf. Wat je mist is iemand om mee samen te leven en te communiceren."

"Maar jij bent er toch", roep ik uit. Mijn vriend lacht en zegt niets. “Kom mee”, wenkt hij.  En ik volg hem. We komen in een grote ruimte waar allemaal kinderen zijn.

Het valt mij op dat ze zo verschillend zijn. "Je kunt nu al aan ze zien in welk land ze later geboren zullen wor­den", z­egt HOME. "Maar dit kan alleen maar in de Doorzichtige tuin."


Mijn aandacht wordt naar een punt toegetrokken en ik zie een meisje opstaan en naar mij toe komen. Ik kijk haar aan en krijg ineens een onbedwingbaar verlangen om met haar te versmelten. Langzaam nadert ze mij om dan wanneer zij vlak voor mij staat volledig in mij op te gaan. Eén astraal lichaam, één ziel en één gevoel. Dan staat ze weer naast me en we weten allebei dat ze met me mee gaat naar mijn huis.

"Ik heet Wendy", zegt ze, en ik merk niet eens hoe HOME zich lachend van ons verwijdert.

Samen gaan wij, hand in hand, naar de Aarde.

Ik kan door alle huizen en alle mensen heen kijken. Alles wat ze voelen en denken wordt een onderdeel van mezelf. Liefde en geluk voeg ik toe aan mijn eigen bewustzijn. En haat, maar ook verdriet stoot ik onmiddellijk af. Pas veel later ontdek ik dat dat een gave is die niet alle kinderen in mijn sfeer bezitten.


De sfeer waarin wij ons bevinden is zo helder dat het wel een kristal lijkt,  waar de Zon mee aan het spelen is. “Kom”, zegt Wendy en we keren terug naar mijn huis.

Daar aangeko­men bespreken wij onze ervaringen met de Aarde. Wendy zegt me dat zij er geen moeite mee heeft om de gedachten van mensen af te stoten. “Het heeft immers niets met ons leven te maken”, zegt ze. Ik denk hier over na en kom tot de conclusie dat ze wel gelijk heeft. ­Maar­... om andersden­kenden te kunnen begrijpen moet je toch eerst hun gedachten en hun achter­grond in je op nemen.


In de komende maanden zullen we moeten leren om met anderen samen te smelten en al hun gevoel over te nemen. Zo kunnen wij anderen leren kennen en begrijpen.

Het moeilijkste vind ik om een gevoel wat niet van mij is vast te houden, zonder het aan mijn eigen bewustzijn toe te voegen. Home vertelt ons dat dat ook het moeilijkste is wat er bestaat.

“Een gevoel of een gedachte van iemand anders overnemen is hetzelfde als een emotie”, zegt hij. “Maar het door je heen laten gaan en er iets mee doen om het daarna weer los te laten,  dat is gevoel zonder emotie. Wanneer iemand verdriet heeft moet je dat verdriet ook zelf als verdriet erva­ren”, zegt hij, “om die ander te kunnen helpen. Bijna als je eigen verdriet, terwijl het nooit jouw eigen verdriet mag zijn.”


Om ons hier in te bekwamen gaan wij naar een plaats die speciaal gemaakt is om zielen die door een ongeluk op Aarde, te vroeg gestorven zijn,  op te vangen. Zij zitten vaak vol schrik en angst en... emoties. Om hen te kunnen helpen worden zij eerst te slapen gelegd. Daarna glijden wij in hun astraal lichaam om hun ervaring te leren kennen. Daar blijven wij nooit langer dan enkele ogenblik­ken. Het gevoel uit hun lichaam gescheurd te zijn, maakte op mij de meeste indruk.


Pas toen ik na veel oefenen het probleem van de ander tot het mijne gemaakt had, om het daarna ook weer los te laten, kon ik die zielen pas helpen.


Soms mocht ik ze heel even meenemen naar mijn huis om ze een lichtbad te geven in de Doorzichtige tuin. Dan liet ik ze, door de ogen van een engel, terug­kijken naar hun leven op Aarde. Zo gebeurde het dat Wendy en ik eens iemand meenamen die steeds maar terug in zijn lichaam op Aarde wilde. Wij lieten hem zien dat zijn lichaam verast was en dat wanneer hij opnieuw geboren zou worden dit als een baby'tje zou zijn. Hij zou dus nooit meer verder kunnen gaan met zijn vrouw of zijn werk.

Maar hij geloofde ons niet en na vele dagen werd Wendy wanhopig. “Laten we hem maar loslaten”, zei ze. “Hij heeft zijn oude gedachten meegenomen en kan die toch niet laten varen...” “Maar..., wanneer we iedereen maar loslaten die niet luisteren wil zal er nooit iets veranderen”, schreeuwde ik.

Voor het eerst waren Wendy en ik het niet eens met elkaar en zagen we de ziel van die man plotseling "hard worden" en terugvallen naar een duistere sfeer. Op dat moment beseften we beiden dat we bewuster moesten bundelen en voorzichtiger moesten zijn met wat wij dachten.

En misschien begreep ik nu pas dat GEDACHTEN ook werkelijk KRACHTEN zijn.

Bij elke volgende reis naar dit gebied zorgden Wendy en ik ervoor eerst op elkaar te zijn afgestemd en... zonder dat hij meeging, steeds aan Home te denken. Alles wat wij voor anderen deden, maakte dat wij sterker werden en als ziel groeiden.


Voor onze ontwikkeling was het nodig om te begrijpen wat "LICHT” is. Het licht van de Zon is iets anders dan het Goddelijk licht. En het Goddelijk licht is weer heel anders dan kaarslicht. Wij moesten plaatsnemen in een soort badkuip die geplaatst was in een donkere ruimte.

Naast ons werd een prachtige gebeeldhouwde kaars ontstoken.

“Kijk.., kijk in het licht van de kaars”, klonk een stem. ”Zijn licht moet jouw licht worden!” Het leek of ik de kaarsvlam kon opeten en ik voelde het warme licht naar binnen gaan. Plotseling ging de kaars uit. “Het licht van de kaars bestaat niet meer. Het is jouw licht geworden.”

De ruimte vulde zich nu met het licht van de Zon. Het leek of ik hem pakken kon. Ik voelde zijn warmte branden en het licht was feller dan ik verwerken kon. “Adem alles in”, klonk de stem, nu zachter dan eerst. Ik voelde me groter en groter worden en weer leek het of ik al dat licht kon opeten. Opnieuw was het licht niet meer zichtbaar, maar mijn aura gaf evenveel licht als dat van de Zon.


Langzaam, heel, heel langzaam kwam een draaikolk van licht de ruimte binnen. Het vulde alle hoeken en het leek of het licht mijn lichaam in elkaar perste. Het was niet warm maar heerlijk zacht. Zo zacht als een deken die je beschermt tegen de kou, maar ook... als een wolk waarop je kunt weg zweven. Zonder dat de stem iets zei, wist ik dat dit het "GODDELIJK" licht was. Ik moest huilen van geluk en...pijn. Ja pijn.

Het was te veel, te groot en het ging te diep. Ik dacht te zullen stikken. “ADEM DIEP en laat het licht in je doordringen”, klonk de stem nu. Ik werd uit de badkuip getild door het licht en het leek alsof ik vleugels kreeg. Ik zweefde in de ruimte en mijn aura werd groter en groter. Zo groot dat ik dacht dat het licht buiten mij minder sterk werd.

“JE BENT LICHT”, klonk opnieuw de stem en ik besefte voor het eerst dat ik een stukje "GOD" was.


Er moeten jaren voorbij zijn gegaan. Wendy was uit mijn leven verdwenen en samen met Home had ik de ervaring met het licht nog dikwijls besproken.


DE BLAUWE TUIN

Op Aarde zou ik nu ongeveer acht jaar geweest zijn. Mijn leven in de Kindersfeer begon te veranderen. Ik was geen kind meer, maar natuurlijk ook geen groot mens.

Ik begon te beseffen dat ik een ziel was, een bron van opgedane ervaringen en heel veel licht.

De blauwe of ‘terugkeer-tuin’ is een gebied waar wij ervaringen moeten opdoen met betrekking tot onze eventuele terugkeer naar de Aarde.

Allereerst mogen wij middels een "medium" onze gedachten aan een groepje mensen overdragen. Als dat gebeuren geen problemen meer oplevert, mogen wij kennis nemen van het gevoel weer in een lichaam te zitten. Beide ervaringen zijn bedoeld om weer aan een lichaam van de Aarde te wennen zodat bij een, eventuele, nieuwe geboorte zo'n lichaam geen proble­men meer zal opleveren.

Via dit "medium" vertel ik u op dit moment iets over de Kindersfeer, zodat u iets van ons begrijpt en ik naar u kan kijken en in u kan voelen. Maar natuurlijk geeft het lichaam van dit medium mij het meeste gevoel over geluk, pijn en andere aardse dingen.

Ik zou u willen vragen om mijn verhaal aan andere mamma’s en pappa’s te willen doorvertellen, zodat zij niet meer verdrietig zijn om het verlies van hun kindje. Ik zou het fijn vinden om te weten dat zij begrijpen dat we niet dood zijn, maar dat we zomaar huppelend door astrale tuinen in de Kindersfeer kunnen lopen. Ook zou ik graag vertellen dat ik best wel kan lachen, maar soms ook een beetje verdrietig kan zijn. Je kunt heel veel leren en je mag ook vaak spelen in mijn wereld en daar hoef je echt niet om te huilen.


De hiernavolgende informatie werd enkele

weken later uitgesproken:

Dag lieve mensen daar ben ik weer!

Ik wil jullie graag vertellen over mijn ervaring in de Blauwe tuin.

We moesten met z’n allen in een kring gaan zitten en onze ogen sluiten. Eerst moesten we aan een heel groot licht denken en daarna moesten we dat licht met een leuke kleur vullen. Ik heb natuurlijk voor goud gekozen want dat is mijn mooiste kleur.

Het duurde wel vijf minuten voor ik de hele ruimte met goud licht had gevuld. Alle andere kinderen keken naar mijn gouden stralen en vergaten daardoor even om hun eigen ruimte met hùn gekozen kleur te vullen.


Een stem achter mij zei tegen iemand: “Ze heeft materialisatie- vermogen”. Ik wist niet wat dat betekende, maar ik besefte toen wel dat ik in staat was om mijn kleur - of was het mijn wil? - aan anderen op te leggen.

Ik ging beven en mijn lichaam werd warmer en warmer.

De hele ruimte was gevuld met goud licht. Ik dacht dat ik het goed gedaan had en misschien was dat ook zo, maar een juffrouw nam mij mee, weg van de andere kinderen en vertelde mij dat ik mijn wil wel mocht opleggen om iemand te helpen, maar dat ik hier erg voorzichtig mee moest zijn en... bla... bla.. bla.

Het was de eerste keer in de Kindersfeer dat iemand mij terecht wees en toen ik daar met “HOME” over sprak, zei hij dat de juf groot gelijk had. Hij liet beelden van de Aarde zien, waarbij sommige mensen aan anderen hun wil oplegden.

Ik ben daar erg van geschrokken en ben de juf gaan vertellen dat ik spijt heb. Ze was erg lief tegen mij en vertelde dat mijn houding was gekomen, doordat ik een klein beetje groter was geworden en daardoor een eigen mening kreeg over het leven en over mensen en de kinderen in de Kindersfeer.

Ik ben wel een heleboel dagen in mijn eigen huisje gebleven. Schaamte maar ook nieuwsgierigheid wisselden elkaar af als ik er aan terugdacht wat de juf me verteld had. En plotseling wist ik dat ik klaar was voor de Groene tuin. In de Groene tuin zou ik worden voorbereid op een nieuw leven op Aarde. Maar dat was moeilijker dan ik had gedacht...


DE GROENE TUIN

De Groene tuin lijkt op een bos op Aarde. Alles is groen. Alles is er. Groene bomen, groene bloemen, de grond is groen en soms denk ik  weleens dat zelfs de lucht groen is. Op een dag moest ik bij een juf komen die in een groot licht gehuld was. Het licht uit haar lichaam straalde sterk naar buiten en ik moest van haar vertellen:

-  Waarom ik dacht dat ik toegelaten was tot de Groene tuin

-  wat voor een leven ik wilde als ik opnieuw geboren zou mogen  worden en

- of ik een jongetje of een meisje zou willen worden.


Mijn antwoord was even logisch als stom. Natuurlijk wilde ik weer een meisje worden... Maar bij het uitspreken wist ik niet waarom ik géén jongetje wilde zijn. Ik wilde verder met de taak die ik in mijn laatste leven niet heb kunnen afmaken, maar besefte dat de Aarde er straks misschien heel anders zou uitzien dan toen. En mijn toelating tot de Groene tuin vond ik gewoon logisch. Ik had toch mijn best gedaan.


De juf in het licht vertelde toen dat je alleen maar werd toegelaten tot de Groene tuin wanneer je, als ziel,  klaar was om opnieuw naar de Aarde te gaan en dat je dan afscheid moest nemen van al je vriendjes en vriendinnetjes. De Groene tuin voelde plotseling erg eenzaam en verdrietig. Ik wilde wel naar de Aarde, maar kon de Kindersfeer nog niet loslaten. Een straal donkergroen licht bereikte mij en ik voelde me slaperig worden.


Of ik uren of dagen geslapen heb, weet ik niet, maar toen ik wakker werd kwam de juf naar me toe en nam me mee naar een hoge berg, of iets wat er op leek. Daar waren allemaal zielen bij elkaar met wie ik later op Aarde iets samen zou gaan doen.

Het leek of ik ze al lang kende en ik wilde ze allemaal omhelzen, maar dat mocht niet.

“Jij mag éérst kiezen”, zei de juf. “Kies maar wie je als engelbewaarder wilt hebben.”

“Kies maar wie je pappa en mamma gaan worden en kies maar met wie je later op Aarde zielebanden wilt aangaan. En kies maar of je een meisje of een jongen wilt worden en kies daarna of je zelf kinderen wilt...”


Ik dacht dat ik gek werd.

Hoe kon ik dat nu weten en wie moest ik afwijzen en, en,  en ... Ik wist het niet meer en begon voor het eerst in heel lange tijd te huilen.


Weer moet ik uren of dagen geslapen hebben en toen ik wakker werd wist ik dat ik wanhopig terugverlangde naar “HOME”. “Help me toch, kom dan toch”, schreeuwde ik en was zo vol van verdriet dat ik niet voelde dat hij met al zijn liefde al naast mij stond. “Ik kan je gids niet zijn, m’n kind”, want ik zal een andere taak in de sferen krijgen. Ik kan je echter wel helpen met de keuze die je overigens zelf zult moeten maken.” “Geef mij maar een hand en doe je ogen heel stijf dicht” , zei mijn vriend. Ik voelde me helemaal warm worden. En even leek het of ik net zo’n lichaam had als vroeger op Aarde.


Een wolk van zachtgroen licht omringde ons en het leek wel of ik die groene wolk kon inademen. “HOME” ging voor mij staan en omarmde me stevig en toen leek het of hij me kuste, zoals mijn mamma dat gedaan had voor ik in de Kindersfeer kwam. Nooit na mijn laatste leven had ik de herinnering aan dat leven zo intens ervaren. “Voel in de massa van de Aarde“, fluisterde “HOME”.

Op de een of andere manier voelde ik mijn laatste leven heel sterk en ik werd een beetje bang. Maar ineens was het of alles van mij afviel. De groene wolk loste ook plotseling op en ik voelde mij een héél klein baby’tje. De druk van de armen van mijn vriend werd losser en iets in mij wist dat hij mij nu los zou laten.

En dat voelde even... heel eenzaam.

Toen liet “HOME” mij los uit zijn omhelzing. Hij deed een stap achteruit en de laatste groene wolkjes maakten plaats voor een groot wit licht om hem heen. Toen loste hij op. Ineens wist ik wat mijn ziel ging doen.


In een ruimte met veel water ontmoet ik wel honderd zielen. Met sommigen heb ik een heel leven lang samen geleefd op Aarde en met anderen maar een paar jaar. Weer anderen ken ik heel goed en ik weet dat ik met hen weleens getrouwd ben geweest.

Weer anderen waren mijn kinderen en, en, en...  Ik voel mij ineens heel groot en volwassen ! Ik kan heel goed afspraken maken met deze zielen. Mijn nieuwe mamma en pappa zijn hierbij en ook iemand met wie ik later zelf kinderen zal krijgen. Terwijl iedereen de ruimte verlaat en ik alleen achterblijf komt “HOME” binnen. Weer neemt hij mij bij een hand en vraagt me om mijn ogen stijf dicht te doen.


“Denk aan een klok” zegt hij en ik zie een grote ronde klok, waarvan de kleine wijzer op een 3 en de grote wijzer op een 6 staat. “Dit zal je geboorte uur zijn”, hoor ik “HOME” zeggen. Terwijl ik naar de klok blijf kijken draaien de wijzers in het rond en blijven steken op de 11 en de 2.  “Dat is 11 februari”, hoor ik zijn stem weer in mijn oor fluisteren.

Even later verlaten we samen het vertrek en gaan naar een plaats waar je gemakkelijk contact kan maken met de Aarde. Ik moet me concentreren en aan mijn mamma en pappa denken uit mijn laatste leven. Ik zie ze lachen en weet dat ze weer blij kunnen zijn. Ook zie ik mijn  foto op een plank in ‘n kast liggen.

Dat betekent dat ze me al een heel klein beetje vergeten zijn. Maar ik zie ook dat ik een speciaal plaatsje in hun hart heb. Ik moet ze nu voorgoed loslaten en dat doe ik zonder verdriet. Zij zijn verder gegaan met hun leven en ik zal nu ook verder mogen gaan in een ander leven.


Nog eenmaal wil ik naar de Gouden tuin. Daar aangekomen zie ik de juf van toen en vlieg haar om haar hals. Ook zijn er nog een paar kinderen van toen. Ik mag een poosje met ze spelen en we spelen dat we in een kring hard ronddraaien. Wie door de snelheid uit de kring valt heeft verloren. Door de snelheid die de kring ontwikkelt vlieg ik uit de cirkel en nu ben ik ineens in de Doorzichtige tuin. Ook daar kom ik bekenden tegen en vertel ze dat ik over een poosje naar de Aarde mag.


Ook de Blauwe tuin wil ik nog eens zien en door mijn gedachten op de herinneringen te richten “ben “ ik in die tuin. En dan pas dringt het tot mij door dat ik “Wendy” nooit meer heb gezien. Om mij heen kijkend word ik meegezogen in een groot wit stralend licht.

Daar staat ze.

Omgeven door een sterke zacht-rose gloed komt ze naar me toe. Ze steekt haar handen uit en ik leg mijn handen in de hare. “Je hebt nog één keuze niet gemaakt”, zegt ze en kijkt me heel raar aan. Ik kijk naar haar en denk dan plotseling aan “HOME”. En ineens weet ik het !

“Jij, jij , jij zal mijn engelbewaarder worden in mijn nieuwe leven”, stamel ik.  Een straal van licht komt uit haar ziel en bereikt die van mij. Het is alsof we een verbond sluiten, zoals kinderen dat stiekem onder een tafellaken doen. HOME, HOME, HOME, schreeuw ik, terwijl ik hem vol vreugde wil vertellen van dit diepe geluk. Tegelijkertijd weet ik dat “HOME” het ook fijn zal vinden, omdat hij immers een andere taak gaat krijgen.


*****

             

“HOME” houdt me stevig vast. Ik ben bang en gelukkig tegelijk. Ver onder me zie ik een bed. Daarin ligt mijn nieuwe mamma. Ik roep dat ik er aan kom, maar ze hoort me niet.  Een hand strijkt over mijn hoofd en het lijkt of ik alles van de Kindersfeer door een mist zie en alles vergeet. Toch voel ik diep in mij iets warms. Liefde voor wat ik achterlaat en liefde voor dat wat voor mij ligt.


Ik voel me zwaar worden...

Ik val, ik val, ik val naar beneden. Het lijkt wel een glijbaan, die uitkomt in een nauwe sluis.


Ik word geboren...

<<   >>



© Copyright  www.lichtsferen.com